Memo blocnote: Tulpen/Tulips, Jacob Marrel, Collection Rijksmuseum Amsterdam

Artikelnummer: NBH530
€ 6,99
Op voorraad
Vóór 14:00 besteld, zelfde dag verzonden
  • Gratis verzendingen binnen Nederland vanaf €30,-
  • De mooiste kunstartikelen in samenwerking met musea
  • Milieuvriendelijke producten
  • Betaal eenvoudig met iDeal, Mr Cash of creditcard
  • Kunstliefhebbers geven ons een 9.2

Over Memo blocnote: Tulpen/Tulips, Jacob Marrel, Collection Rijksmuseum Amsterdam

Omschrijving

Een handig notitieblok voor een snelle krabbel of het noteren van een echt niet te vergeten reminder. Door de afgesneden hoek van 45 graden blijft de afbeelding royaal in beeld met behoud van de schijfruimte. De voorkant van een notitie-vel is full color bedrukt in de kantlijn, de achterkant is blanco voor nog meer schrijfruimte. De vellen van het Memo blocnote zijn stevig vastgelijmd en toch heel gemakkelijk, zonder scheuren, te verwijderen van het blok. - 9,5 x 13,5 cm - 164 blaadjes - gelijmd - 100 grms houtvrij, off white papier - Gewicht: 180 gram OVER DE KUNSTENAAR JACOB MARREL: Jacob Marrel (Frankenthal, 1614 Frankfurt am Main, begraven 11 november 1681) was een Duits kunstschilder, werkzaam in Nederland. Hij schilderde bloem- en vruchtenstillevens onderandere in botanische stijl. Jacob Marrel was de zoon van de stadssecretaris van Frankenthal. Na diens dood verhuisde het gezin in 1624 naar Frankfurt. Daar ging Jacob in de leer bij de stillevenschilder Georg Flegel. In 1630 verhuisde hij naar Utrecht, waar hij trouwde. Mogelijk was hij er een leerling van Jan Davidsz. de Heem. Rond 1650 keerde hij terug naar Frankfurt, waar hij voor de tweede maal trouwde, en waar hij Abraham Mignon, Johann Andreas Graff, Rudolf Werdmüller en zijn stiefdochter Maria Sibylla Merian onder zijn leerlingen telde. In 1664 vertrok Jacob Marrel opnieuw naar Utrecht, in gezelschap van Maria Sibylla Merian en Abraham Mignon. Hij dreef er een kunsthandel. Zijn laatste jaren, vanaf 1679, sleet hij in Frankfurt. Jacob Marrel schilderde stillevens in de trant van Jan Davidsz. de Heem.